terug naar nu

Resultaten scenario-onderzoek

Met de scenariostudie Journalistiek 2035 presenteert Van de Bunt Adviseurs, in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, vier verschillende plausibele, consistente en radicale beelden van Nederland in 2035 en de potentiële rol en positie van de journalistiek daarbinnen. Met behulp van deze scenario’s gaan we in op de vraag: ‘Wat betekent het voor de journalistiek als Nederland er in 2035 zo uitziet?’. Op deze pagina lees je de uitkomsten van de scenario-studie.

Direct naar:

Wat vraagt de sector zich af over de journalistiek in 2035?

Als er een glazen bol zou bestaan waarmee je in de toekomst kon kijken, wat zou je dan willen weten? We vroegen het een gemêleerde groep experts en influentials van binnen en buiten de journalistieke sector, aangevuld met wetenschappers en opleiders van journalisten. Dit leverde meer dan dertig vragen op die zijn samengevat in de volgende hoofdvragen: 

Wat kunnen de overheid en de techsector hiertegen doen? Hoeveel mensen worden uiteindelijk beïnvloed door mis- en desinformatie en hoe werkt dit door in de samenleving? Wat betekent dit voor de journalistiek en welke rol spelen journalisten en mediabedrijven hier zelf in?

Het vertrouwen in nieuws en journalistiek is in Nederland al jarenlang hoog en blijkt redelijk robuust. Tegelijkertijd groeit het aantal mensen dat de media juist wantrouwt en deze groep wordt steeds vocaler. Dat deze vraag als urgent naar voren kwam, geeft aan dat de sector het vertrouwen van consumenten niet als vanzelfsprekend beschouwt, maar als iets dat door toenemende verschillen in de samenleving onder druk staat en waar hard voor gewerkt moet worden.

Worden journalisten door de wet en in de praktijk is staat gesteld om hun werk te doen volgens de ethische normen van de sector? Daarbij gaat het niet alleen over de vrijheid van meningsuiting, een overheid die informatie verschaft als hierom gevraagd wordt en redactionele vrijheid ten aanzien van commerciële belangen. De afgelopen jaren is helaas ook het aantal bedreigingen en geweldsdelicten tegen journalisten toegenomen. In hoeverre kunnen journalisten straks veilig hun werk doen? En in hoeverre maakt de burger zich hier druk om?

Het medialandschap blijft aan veranderingen onderhevig en de verwachting is dat het tempo van deze veranderingen verder zal toenemen. Wordt het medialandschap bijvoorbeeld veel meer gefragmenteerd met veel kleine merken en kanalen die zich richten op gelijkgestemde volgers? Bestaan er dan nog mainstream media die een breed publiek weten te bereiken? Hoe staat het met de lokale journalistiek? Welke onderhandelingspositie hebben de mediabedrijven tegenover big tech? Welke mate van personalisatie op basis van data is mogelijk en toegestaan? Hoe en in hoeverre betalen consumenten voor content? 

Nieuwe technologieën en veranderend consumentengedrag vragen om nieuwe vertelvormen en maken meer interactie met volgers mogelijk. Meer data en meer mis- en desinformatie maken het moeilijker om feiten te checken. Het is duidelijk dat een journalist over nieuwe en andere competenties zal moeten beschikken, competenties die ook in andere sectoren zeer gewild zijn. In hoeverre lukt het om journalisten hiervoor op te leiden en in de sector te behouden? Of worden deze competenties gevonden door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan?

De invloed van sociale media en zoekmachines op het publieke debat is onmiskenbaar groot. Door wel of niet te modereren, toonaangevende politici te verbannen en door algoritmes meer of minder extreme berichten te laten verspreiden beïnvloeden ze direct het publieke debat. Hoe groot wordt deze invloed? Hoe wordt hier door de samenleving en overheden op gereageerd door big tech bijvoorbeeld verregaand te reguleren?

Na onder andere #MeToo, de Zwarte Pietdiscussie en de Black Lives Matter-beweging is helder dat er een maatschappelijke verschuiving heeft plaatsgevonden. Verkleuren redacties zodat zij een afspiegeling worden van de maatschappij? Voelen diverse groepen in de samenleving zich straks voldoende gerepresenteerd door media en journalisten? Zijn mediaorganisaties in staat een inclusieve werkcultuur te realiseren waarin verschillen een kracht zijn in plaats van een bron van spanning?

Er zijn forse verschillen tussen de generaties in het omgaan met (nieuws)bronnen en informatie. Jongeren consumeren nieuws en informatie in kleinere brokken en gebruiken hiervoor vaker social media dan ouderen die bijvoorbeeld op vaste tijden het journaal kijken of de krant lezen. Waar ouderen vaak vertrouwen op een merk en verwachten dat een journalist zijn best doet om het nieuws objectief te brengen, zijn jongeren ervan overtuigd dat berichtgeving hoe dan ook gekleurd is door het eigen perspectief van een journalist of redactie. Voor hen is het belangrijk dat de makers van content zich dit realiseren en hier transparant over zijn. Welke gevolgen heeft dit voor de eisen die aan de journalistiek gesteld worden? In hoeverre slagen journalisten en mediabedrijven erin om jong en oud te bedienen?

Trends

Impactvolle zekere trends

Zekere trends zijn trends waarvan zeker geacht wordt dat ze in de komende jaren in meer of mindere mate zullen doorzetten. De 8 zekere trends die volgens de experts de meeste impact zullen hebben staan hieronder beschreven. Deze trends bepalen samen het speelveld, de kaders van een 2035 waarbinnen elk van de vier scenario’s realiteit zou kunnen worden. 

Het bewust genereren van mis- en desinformatie door overheden, activisten, extremisten en commerciële partijen neemt verder toe en leidt in sommige gevallen tot informatieoorlogen. Automatische contentcreatie en verspreiding met behulp van algoritmes en botlegers zijn hiervoor een katalysator en maken meer en grotere beïnvloedingscampagnes mogelijk. Bovendien ondervinden journalisten steeds vaker tegenwerking van overheden en lopen het gevaar speelbal te worden van informatiestromen vanuit nationale belangen.

Robotjournalistiek, automatische data-analyse en natural language generation worden beter en makkelijker inzetbaar een daardoor steeds vaker tools om content te creëren. Dit leidt er enerzijds toe dat het onderscheid met de rest van de content kleiner wordt en anderzijds dat het voor de consument normaal wordt dat content zoals korte nieuwsartikelen niet door journalisten zijn gemaakt. 

Gedreven door ongeduld over het vermogen van traditionele media om diverser en inclusiever te worden en versneld door de drempelverlagende werking van de technologie, bouwen subgroepen hun eigen media. Het gevolg is een fijnmazige verzuiling van het medialandschap waarin iedere niche bediend wordt.

Het aantal bedreigingen van en aanvallen op journalisten blijft toenemen en maakt het voor journalisten steeds moeilijker om hun werk te doen.

Het mediadieet van een consument wordt steeds verder aangepast op basis van kennis over diens interesses, levenssfeer en context. De verdienmodellen (advertenties of betaalde toegang) vormen zich naar de hoge personalisatie waarin content wordt aangeboden.

Journalisten moeten uit de voeten kunnen met verschillende (hybride) vertelvormen (audio, video, tekst, enz.) Tegelijkertijd wordt methodologische kennis (data-analyse, statistiek) noodzakelijk om op verantwoorde wijze met data-gedreven technologie om te gaan.

Media gaan elkaar minder als concurrenten en meer als bondgenoten zien. Samenwerkingen tussen titels en merken wordt normaler. Deels ook omdat het steeds complexer wordt om goede onderzoeksjournalistiek te realiseren. Journalisten met aanvullende competenties bundelen hiervoor hun krachten.

Door nieuwe technologieën wordt het nog makkelijker om eigen kanalen op te zetten en gelijkgestemden te bereiken, ook met activistische en radicale doeleinden. 

Samengevat leidt dit tot een Nederland in 2035 waarin:

  • Mis- en desinformatie veelvuldig aanwezig is en ook door overheden als middel wordt ingezet. 
  • Steeds meer content deels of volledig automatisch gecreëerd wordt
  • Er een fijnmazig medialandschap is waarin vele kanalen verschillende subgroepen en niches bedienen (incl. activistische en extremistische)
  • De persvrijheid onder druk staat omdat bedreigingen en geweld tegen journalisten toenemen.
  • Content steeds verder gepersonaliseerd wordt.
  • Er binnen de journalistiek steeds meer kennis en competenties nodig zijn om informatie goed te kunnen analyseren en een veelheid aan vertelvormen te hanteren.
  • Journalisten en journalistieke merken mede daarom steeds meer samenwerken.

Impactvolle onzekere trends

Van de onzekere trends valt niet te voorspellen of deze doorzetten of niet. Op basis van deze trends zijn de assen gekozen. Door de combinatie van de extremen van de assen wordt duidelijk welke kant de onzekere trends in 2035 waarschijnlijk op gaan vallen. De verschillen die zo ontstaan leiden tot de kaders voor de vier scenario’s. 

Het ‘ongehoorde’ deel van Nederland zet steeds meer eigen kanalen en infrastructuur op waarmee ze een eigen informatiesysteem buiten de traditionele media scheppen. Ook politici zetten steeds vaker eigen kanalen op, om zich direct tot hun loyale achterban te richten.

Overheden gaan de marktdominantie en datamonopolie van platforms inperken. De Europese Unie is in staat om door middel van effectieve regulering van algoritmes, data-exploitatie en ad-tech het publieke belang te waarborgen. De ergste uitwassen die de rechtsstaat bedreigen (zoals het machtsmonopolie van platforms, ‘out of control’ algoritmes, fringe bubbels en misbruik van de platforms voor information laundering en attention hacking), worden hiermee tegengegaan.

Het debat verhardt en we krijgen in Nederland steeds vaker ‘Amerikaanse’ toestanden (grote afstand tussen politieke groepen). De kloven tussen arm en rijk, stad en platteland, theoretisch en praktisch opgeleiden en tussen jong en oud nemen verder toe.

Techbedrijven geven mondjesmaat inzicht in de mate waarin en wijze waarop hun platforms worden gebruikt voor de verspreiding van mis- en desinformatie. Overheden kunnen niet realistisch eisen dat alle informatie op een platform klopt. Regulering van de gedeelde informatie is dus geen haalbare kaart. Wel haalbaar is regulering van de processen (net als in de financiële sector) waarmee techbedrijven zelf de verspreiding in een vroeg stadium signaleren en indammen.

De macht en invloed van de sociale media ten aanzien van de verspreiding en inhoud van journalistieke producties neemt nog verder toe.

Het vertrouwen in de journalistiek staat onder druk. Consumenten verwachten meer journalistieke verantwoording en dit maakt dat redacties en journalisten meer inzicht geven in hun werkwijze, in hun geraadpleegde bronnen en in de totstandkoming van hun content.

Traditionele media blijken niet in staat om gehoor te geven aan een steeds mondigere generatie die een ‘plek aan de tafel’ opeist. De redactievloeren van de traditionele media verkleuren enigszins, maar dit leidt niet tot daadwerkelijke meerstemmigheid; dezelfde homogene groep blijft aan de knoppen draaien. Hierdoor kavelt het brede publiek voor traditionele media verder af. Groepen die zich niet herkennen, wenden zich tot de kleinere kanalen waar zij zich wel door vertegenwoordigd voelen.

Omdat de journalistiek onder druk staat terwijl de verschillen in de samenleving toenemen en waarheidsvinding steeds lastiger wordt door mis- en desinformatie, is er een breed (politiek) draagvlak om kwaliteitsjournalistiek in grotere mate dan nu te subsidiëren.

Totstandkoming scenario’s

Twee kritische onzekerheden

Technologie: in hoeverre worden techbedrijven en data effectief gereguleerd?

Technologie is niet neutraal. Hoe technologie wordt ontworpen en ingezet, weerspiegelt wat de ontwerper of gebruiker ermee wil bereiken. Op dit moment zijn de belangen van ‘big tech’ daarbij grotendeels leidend en neemt de invloed van deze bedrijven steeds verder toe. Burgers en organisaties zijn in steeds grotere mate afhankelijk van diverse commerciële platforms en social media. Daarbij is het delen van data vaak een voorwaarde om toegang te krijgen tot de dienstverlening. Giganten als Google en TikTok verzamelen data in een razend tempo en data geven macht. 

Tegelijk zien we dat het generen en verspreiden van mis- en desinformatie door activisten, extremisten en overheden de afgelopen jaren flink is toegenomen. Zij maken gretig gebruik van de technologische mogelijkheden om hun versie van de waarheid met botlegers en deepfakes via alle mogelijke kanalen te verspreiden. Onder meer Twitter en Facebook besloten om accounts van verspreiders van nepnieuws te blokkeren. Hun moderatie heeft daarmee direct invloed op het publieke debat. Aan de andere kant zien we dat overheden, vooral in Europa en Amerika, stappen zetten om de data van burgers te beschermen en machtsmonopolies bij de techreuzen tegen te gaan.

In hoeverre worden techbedrijven en data effectief gereguleerd? Dat is de kritische onzekerheid die direct beïnvloedt hoe deze ontwikkelingen in de toekomst verder gaan. Worden techbedrijven opgesplitst en komen er strenge eisen op het gebied van data-governance? Zorgt de overheid voor alternatieven, digitale platformen als nutsvoorzieningen? Of blijven de belangen van techbedrijven leidend en krijgen nieuwe technologische ontwikkelingen alle ruimte? Ontstaat er een ‘digitaal Wilde Westen’ waarin de data van burgers vogelvrij verklaard zijn?

Vertrouwen: in hoeverre vertrouwen burgers elkaar?

De tweede kritische onzekerheid is de mate van vertrouwen die burgers in elkaar hebben binnen de samenleving. We weten dat de verschillen in de samenleving verder zullen toenemen. De bevolkingssamenstelling wordt diverser, verschillen tussen stad en platteland, tussen praktisch en theoretisch opgeleiden en tussen arm en rijk nemen toe. Daarnaast staan de belangen van de verschillende generaties scherp tegenover elkaar ten aanzien van onder meer de zorg, de woningmarkt en het klimaat. 

Dat roept de vraag op hoe sterk het maatschappelijk bindweefsel is waarmee we deze verschillen kunnen hanteren. Hierbij is vertrouwen van burgers in elkaar de basis. Blijven we openstaan voor de ander en respecteren we het standpunt en de belangen van de ander? Lukt het ons daarmee om in de breedte een constructieve maatschappelijke dialoog gaande te houden? Of leiden de verschillen tot polarisatie, fragmentatie en wantrouwen? Raken we de verbinding met andersdenkenden helemaal kwijt en wordt er in het publieke debat en in de politiek een zero-sum game gespeeld, hard tegen hard?

Vier werelden

De twee kritische onzekerheden zijn ieder uitgezet op een as met twee polen. Door deze twee assen te combineren, ontstaat een matrix met vier kwadranten: vier werelden in 2035, gepositioneerd in de uitersten van deze matrix. Vier radicale en tegelijkertijd plausibele beelden van Nederland in 2035, met grote gevolgen voor de journalistiek. 

Uitwerking scenario’s

Extremes (ongereguleerd & wantrouwen)

Een wereld waarin de samenleving verregaand gepolariseerd is. Extreme stemmen bepalen het publieke debat en er vindt geen constructieve maatschappelijke dialoog plaats. Het politieke landschap is instabiel en dit leidt tot een zigzagbeleid bij de overheid, met schadelijke gevolgen voor de publieke voorzieningen. Mis- en desinformatie zijn alom aanwezig en voeden de verschillen. Ongehinderd door regulering maken de techbedrijven gebruik van clickbait, micro-targeting, attention hacking en meer. Alles om zo veel mogelijk consumenten zo lang mogelijk engaged te houden met steeds extremere content die aansluit bij hun overtuigingen. Klassieke journalistieke waarden als onafhankelijkheid en waarheidsgetrouwe berichtgeving verliezen hun waarde in een gefragmenteerd medialandschap met kanalen voor iedere subgroep. Kleine startups spelen in op de laatste hypes en grote mediabedrijven bieden ofwel extreme content waarmee ze het wantrouwen kunnen exploiteren, ofwel lifestylecontent die slim gepersonaliseerd wordt. Voor makers van journalistieke content is stellingnemen de enige manier om te overleven. De laatste mainstream media doen het licht uit omdat het niet lukt om een brede groep consumenten aan zich te binden.

Money (ongereguleerd & vertrouwen)

Een wereld waarin economische voorspoed het makkelijker maakt om tegenstellingen niet te problematiseren. We hanteren verschillen door te zorgen dat iedereen er stapje voor stapje op vooruit gaat, al is dit niet in gelijke mate. Er ontstaat een laag van superrijken met veel invloed die met hun exorbitante levensstijl de aandacht trekken en voor velen een voorbeeld vormen. Grote datalekken hebben geleid tot brede verontwaardiging en in antwoord daarop is big tech overgegaan tot zelfregulering. Dit is echter vooral windowdressing en ondertussen loopt het volledige digitale leven via hun platforms. De techbedrijven bepalen door wel of niet te modereren en door hun verspreidingsalgoritmes grotendeels het maatschappelijke debat en hebben de volledige advertentiemarkt in hun greep. De stabiele liberale overheid ziet geen draagvlak voor het ingrijpend reguleren van big tech, de economische schade daarvan wordt te groot verondersteld. Er is een veelstemmig en veelkleurig medialandschap met zowel mainstream media als kleine kanalen. Dit landschap is echter wel bijna volledig in handen van een paar commerciële mediabedrijven. Dit maakt dat veel redacties en journalisten uiteindelijk commercieel gedreven keuzes maken ten aanzien van hun content. Hoewel consumenten het grote aantal geïntegreerde advertenties in hun content als noodzakelijk kwaad geaccepteerd hebben, verwachten ze van journalisten wel dat ze transparant zijn over hun commerciële belangen.

Bubbles (gereguleerd & wantrouwen)

Een wereld waarin we het over weinig eens zijn, behalve dan dat iedereen het recht heeft om zijn eigen mening in een digitale omgeving te uiten, zonder dat dit je openbare leven aantast. Door de overheid is ingegrepen om de privacy van burgers en hun zeggenschap over hun data effectief te waarborgen. Tegelijkertijd is het debat over andere onderwerpen hevig, zoals het vraagstuk van inclusie en diversiteit. Het is een samenleving met meerdere gezichten. Er zijn bedrijven en instellingen waar grotendeels mensen van kleur of LHBTIQ+’ers werken. En hele sectoren die opvallend eenkleurig en traditioneel blijven. Om dit hanteerbaar te houden is er online en in het maatschappelijke debat sprake van agree to disagree: in het openbare (digitale) leven gaat men confrontaties met elkaar uit de weg. Daarnaast heeft elke subgroep binnen de samenleving zijn eigen afgeschermde omgeving, waarin burgers zeggen wat ze denken. Er zijn gesubsidieerde mainstream media, maar die worstelen omdat ze geen stelling kunnen nemen, terwijl er nauwelijks een gematigd midden is om aan hen te binden. De rest van de media en journalisten richten zich primair op hun eigen loyale volgers, mensen binnen dezelfde bubbel, die in ruil voor content waar ze het mee eens zijn betalen of hun data delen.

Careful (gereguleerd & vertrouwen)

Een wereld waarin het succesvol aanpakken van een aantal grote onderwerpen (klimaat, het realiseren van meer inclusie) leidt tot een veerkrachtige samenleving waarin verschillen constructief gehanteerd worden. Burgers zijn zelfbewust en kritisch ten aanzien van hun rechten, zeker ten aanzien van data. Dit heeft de overheid mandaat gegeven om big tech ingrijpend te reguleren en een basis van platforms en digitale voorzieningen als nutsbedrijven te reguleren. Mis- en desinformatie zijn een reëel maar hanteerbaar probleem, burgers vertrouwen erop dat journalisten hen helpen om het kaf van het koren te scheiden. De politiek beweegt zich binnen een voorspelbare bandbreedte. De overheid is overtuigd van het belang van kwaliteitsjournalistiek en subsidieert lokale en landelijke onderzoeksjournalistiek. Er is draagvlak voor het nauw definiëren van wat betamelijk is in het (online) maatschappelijke debat. Daarbij wordt rekening gehouden met het perspectief en de gevoeligheden van zoveel mogelijk subgroepen binnen de samenleving. Extreme stemmen mogen wel gehoord worden, maar zonder algoritmes die ze versterken en zonder verregaande polarisatie vinden ze weinig weerklank. Er is een breed, stabiel en divers maatschappelijk midden, dat bediend wordt door mainstream media. 

Beantwoording grote vragen

Hoe gaat de samenleving om met de toename van mis- en desinformatie?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– De verspreiding van mis- en desinformatie (ook door buitenlandse overheden) blijft ongemoeid, omdat het bijdraagt aan het ‘engaged’ houden van de gebruikers. Extreme content genereert immers meer clicks. Mede hierdoor is mis- en desinformatie gewoon geworden.

– Onder meer de politieke uitersten bedienen direct en op grote schaal hun achterban via de grote social media platforms. Hun berichten worden verguisd of toegejuicht en dit draagt bij aan het vergroten van de tegenstellingen. Het ontkrachten en tegengaan van mis- en desinformatie gebeurt niet op grote schaal, ook niet door journalisten, dit is niet rendabel. Fact free is de norm, het is zinloos om te proberen de ander met feiten te overtuigen.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– De verspreiding van mis- en desinformatie blijft grotendeels ongemoeid, met uitzondering van de momenten dat dit tot grote maatschappelijk verontwaardiging leidt. Dan grijpt big tech in, bijvoorbeeld als dit het resultaat is van een buitenlandse beïnvloedingscampagne.

– Politieke uitersten bedienen direct hun achterban via de grote social media platforms. Hun bereik is beperkt tot het eigen publiek. Algoritmes helpen bij het bereiken van deze subgroepen. De bredere impact van mis-en desinformatie blijft hanteerbaar omdat deze niet resoneert bij het brede midden. Journalisten en burgercollectieven blijven een belangrijke rol spelen in het ontkrachten van mis- en desinformatie en slagen erin te zorgen dat er sprake blijft van een gedeelde basis van feiten in het maatschappelijke debat.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– De verspreiding van mis- en desinformatie wordt enigszins beperkt omdat de overheid van techbedrijven eist dat ze processen hebben om bij grootschalige verspreiding in te grijpen. Ondanks de beperkte verspreiding, bereikt de mis- en desinformatie een welwillend publiek omdat de maatschappij verregaand gepolariseerd is. 

– Politieke uitersten bedienen direct hun achterban via niche platforms die niet gebonden zijn aan de nauwe grenzen van het publieke debat. Het ontkrachten en tegengaan van mis- en desinformatie gebeurt door de mainstream media wel, maar vooral bij onderwerpen die niet politiek gevoelig liggen. Aan de hete aardappelen wil men zich niet branden. 
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– De verspreiding van mis- en desinformatie blijft beperkt omdat de overheid van tech bedrijven eist dat ze processen hebben om verspreiding vroegtijdig te signaleren en in te grijpen. Daarnaast is het niet meer normaal om online anoniem te kunnen zijn, dit scheelt enorm in het aantal ‘reaguurders’ dat olie op het vuur gooit.

– De impact wordt verder beperkt omdat mis- en desinformatie niet resoneert bij het brede midden. Journalisten en burgercollectieven blijven een belangrijke rol spelen in het ontkrachten van mis- en desinformatie en slagen erin te zorgen dat er sprake blijft van een gedeelde basis van feiten in het maatschappelijke debat.

Slagen mediabedrijven en journalisten erin om het vertrouwen van consumenten/burgers te winnen/behouden?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– Het brede vertrouwen in de journalistiek – als vak en als belangrijk onderdeel van een democratische samenleving – neemt af, parallel aan het vertrouwen van burgers in elkaar.
 
– Mainstream media verdwijnen omdat de doelgroep hiervoor ontbreekt. Alleen journalisten en merken die stellingnemen en vanuit een helder perspectief schrijven, weten het vertrouwen van vaste volgers te winnen. 
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– Het belang van journalistiek wordt ingezien en consumenten vertrouwen op diverse merken en journalisten voor hun nieuws- en informatievoorziening. Ook mainstream media weten het vertrouwen van brede groepen in de samenleving te behouden.
 
– Tegelijkertijd is de commerciële druk op media en journalisten groot, dit maakt dat er ook veel media zijn die commercieel gedreven keuzes (moeten) maken ten aanzien van hun content. Een deel van de consumenten is kritisch op hoe sommige merken en bedrijven hierin doorschieten en verliezen hun vertrouwen. 
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Mainstream media die zich houden aan de grenzen van wat in het publieke debat besproken kan worden, behouden hun rol binnen het systeem. Het resultaat is wel dat hun content niet heel diepgravend of prikkelend is.

– In de verschillende subculturen genieten de eigen mediakanalen en journalisten een hoog vertrouwen, maar men wantrouwt de anderen. 
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Er is een breed vertrouwen in de media en de journalistiek. De rol van de media in de democratie wordt als essentieel en vanzelfsprekend gezien. 

– De vanzelfsprekendheid van dit vertrouwen heeft soms ook een keerzijde. Wanneer consumenten er op termijn (te) makkelijk vanuit gaan dat journalisten hun werk goed doen en dat informatie klopt, komt er nog meer verantwoordelijkheid bij de sector te liggen om te zorgen voor bijvoorbeeld het herijken van beroepscodes, en het faciliteren van kritische reflectiemechanismen en zelfonderzoek. 

Hoe staat het met de persvrijheid?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– De persvrijheid staat ernstig onder druk. Bedreigingen en geweld tegen journalisten zijn flink gegroeid, als resultaat van het onderlinge wantrouwen dat overslaat in wantrouwen tegen bepaalde journalisten.
 
– Politieke instabiliteit en de achteruitgang van publieke voorzieningen hebben er bovendien toe geleid dat de rechtsbescherming van journalisten minder goed is geworden.

– Ook politici dragen structureel bij aan het zwartmaken van journalisten en de overheid werkt journalisten geregeld tegen als deze informatie opvragen.

– De vrijheid van meningsuiting is in de praktijk grenzeloos, extremisme is gangbaar geworden. 
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– Bedreigingen en geweld tegen journalisten zijn beperkt gegroeid. Dergelijke acties worden maatschappelijk breed veroordeeld.

– De rechtsbescherming van journalisten is goed geborgd.

– Het wordt voor journalisten steeds moeilijker om onafhankelijk te blijven omdat ze meer dan nu afhankelijk zijn van commerciële partijen en inkomsten om content te kunnen maken en verspreiden.

– De overheid werkt in principe mee aan verzoeken om informatie.

– De vrijheid van meningsuiting is qua wetgeving breed, in de praktijk modereert big tech de extreme content als dit de commerciële belangen niet in de weg zit. 
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Bedreigingen en geweld tegen journalisten zijn beperkt gegroeid. 

– De rechtsbescherming van journalisten is op papier goed geregeld, maar in de praktijk komt hier weinig van terecht.

– Een deel van de journalisten werkt alleen binnen de online omgevingen van de subculturen, daarbij is het gebruik van pseudoniemen gebruikelijk.
 
– Journalisten bij mainstream media krijgen veel tegengas vanuit de politiek en maatschappij als ze hun kop boven het maaiveld uitsteken. Dit gebeurt daarom maar weinig. Op politiek gevoelige dossiers is de overheid in de praktijk niet bereid om informatie met journalisten te delen.

– De vrijheid van meningsuiting is er formeel wel, maar wordt in het publieke debat in de praktijk nauwelijks benut. Extremere standpunten worden bewaard voor de subculturen en dit geldt ook voor de journalistiek.
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Bedreigingen tegen journalisten vinden plaats door een kleine groep van extremisten en activisten. Dergelijke acties worden maatschappelijk breed veroordeeld.
 
– De rechtsbescherming van journalisten is goed geborgd.

– De overheid streeft oprecht naar transparantie en geeft normaal gesproken informatie als journalisten hiernaar vragen, dit wordt ook makkelijker gemaakt omdat er geen sterke afrekencultuur is binnen de politiek.

– Tegelijkertijd kan niet alles zomaar geschreven worden, de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting zijn in de praktijk nauwer geworden omdat het ‘not done‘ is om subgroepen binnen de samenleving te kwetsen. 

Hoe ziet het medialandschap eruit in 2035? Welke verdienmodellen zijn levensvatbaar?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– Er zijn geen mainstream nieuwsmedia meer zoals we deze nu kennen, omdat de doelgroep hiervoor ontbreekt.
 
– Media zijn meer dan nu afhankelijk van commerciële inkomsten en bereidheid van loyale volgers om te betalen omdat er weinig draagvlak is voor het subsidiëren van journalistiek en de koek tussen steeds meer partijen moet worden verdeeld.

– Tegelijkertijd is de positie van mediabedrijven tegenover big tech verslechterd, big tech bepaalt het speelveld. Dit betekent onder meer dat mediabedrijven niet of nauwelijks betaalt krijgen voor online content en maar een klein aandeel van advertentie-inkomsten mogen houden.

– Kleine startups spelen in op de laatste hypes en grote mediabedrijven bieden ofwel extreme content waarmee ze het wantrouwen kunnen exploiteren of lifestyle content die slim gepersonaliseerd wordt.
 
– Private financiers zien kansen door journalistiek op specifieke onderwerpen te financieren. Dit leidt tot commercieel en ideologisch gedreven one-issuekanalen die in hoog tempo verschijnen en verdwijnen.

– De meest consumenten blijven primair ‘betalen’ met hun data, die worden verhandeld en ingezet om advertenties te verkopen. Een kleine groep economische welvarende consumenten betaald daarnaast voor digitale abonnementen en losse verkoop.

– Consumenten kiezen voor (nieuws)bronnen die ze vertrouwen, gebruiken informatie om hun eigen denkbeelden te bevestigen.

– De lokale journalistiek is gedecimeerd. Politiek is er geen draagvlak voor subsidie, terwijl de macht van de platforms het moeilijk maakt om eigen inkomsten te genereren.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– De markt is enerzijds gunstig voor grote mediabedrijven omdat er met een paar merken/titels een groot potentieel publiek bereikt kan worden. Anderzijds is de positie van mediabedrijven tegenover big tech verslechterd, big tech bepaalt het speelveld. Dit betekent onder meer dat mediabedrijven niet of nauwelijks betaalt krijgen voor online content en maar een klein aandeel van advertentie-inkomsten mogen houden.
 
– Een aantal grote techbedrijven biedt bovendien eigen nieuwscontent aan. Dit zet de inkomsten van andere nieuwsmedia nog verder onder druk.

– Er is draagvlak voor het grotendeels subsidiëren van de belangrijkste mainstream media, maar er wordt ook verwacht dat men alle commerciële mogelijkheden benut om zelf inkomsten te genereren.

– Er zijn sterke personal brands: kanalen rondom spraakmakende journalisten, dit geldt zowel voor nieuws als voor lifestyle content. 

– De meeste consumenten blijven primair ‘betalen’ met hun data, die worden verhandeld en ingezet om advertenties te verkopen. Een grote groep economisch welvarende consumenten betaald daarnaast voor digitale abonnementen en losse verkoop.

– Consumenten vinden het belangrijk dat ze kennisnemen van verschillende perspectieven en kiezen daarom voor een breed scala aan (nieuws)bronnen. 

– De lokale journalistiek neemt een vanzelfsprekende plek in het medialandschap in. Politiek is er draagvlak voor basale subsidie (vanuit het oogpunt op controle van de macht), dit compenseert voor een deel het feit dat het vanwege de macht van platforms lastig is om eigen inkomsten te genereren.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Een beperkt aantal gesubsidieerde mainstream nieuwsmedia blijft bestaan. Deze maken weinig diepgravende content die past binnen de grenzen van wat in het publieke debat besproken kan worden. 

– Verder wordt het succes van nieuwsmedia bepaald door het aan zich binden van gelijkgestemden. 

– Er is een markt voor uitgesproken stemmen die goed aansluiten bij de subculturen.

– Media zijn meer dan nu afhankelijk van commerciële inkomsten en bereidheid van loyale volgers om te betalen omdat er weinig draagvlak is voor het subsidiëren van journalistiek en de koek tussen steeds meer partijen moet worden verdeeld.

– De positie van mediabedrijven tegenover big tech is verbeterd omdat de macht van big tech aan banden is gelegd. Mediabedrijven krijgen betaald voor online content en kunnen advertentie-inkomsten genereren zonder hoge afdrachten en zonder hun data te delen, ook als dit via platforms van derden loopt. Daarbij zijn ze qua personalisatie wel beperkt door regulering en de verbeterde rechtspositie van burgers t.a.v. data.

– Consumenten ‘betalen’ veel minder dan nu met hun data voor toegang tot content. Daadwerkelijke betaalvormen (zoals digitale abonnementen, microtransacties of ‘online rekeningrijden’) zijn gangbare alternatieven geworden.

– Consumenten kiezen voor (nieuws)bronnen die ze vertrouwen, gebruiken informatie om hun eigen denkbeelden te bevestigen.

– De lokale journalistiek is gemarginaliseerd. In de politiek is er geen draagvlak voor serieuze subsidie. Door het breken van de macht van de platforms is er wel ruimte om eigen inkomsten te genereren met slimme verdienmodellen, dit leidt tot succesvolle initiatieven op plekken waar de lokale problematiek zo urgent is dat dit voor lokale trust bubbels van loyale volgers zorgt. 
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Er blijven toonaangevende publieke en commerciële mainstream media bestaan die een breed publiek bedienen. 

– De markt is gunstig voor grote mediabedrijven omdat er met een paar merken/titels een groot potentieel publiek bereikt kan worden. 

– De positie van mediabedrijven tegenover big-tech is verbeterd omdat de macht van big tech aan banden is gelegd. Mediabedrijven krijgen betaald voor online content en kunnen advertentie-inkomsten genereren zonder hoge afdrachten en zonder hun data te delen, ook als dit via platforms van derden loopt. Daarbij zijn ze qua personalisatie wel beperkt door regulering en de verbeterde rechtspositie van burgers t.a.v. data.

– Men verwacht dat journalisten inzicht geven in verschillende perspectieven, hun content speelt een belangrijke rol in het gaande houden van de brede maatschappelijke dialoog en draagt bij aan het constructief omgaan met verschillen.

– Consumenten ‘betalen’ niet langer alleen met hun data voor toegang tot content. Daadwerkelijke betaalvormen (zoals digitale abonnementen, microtransacties of ‘online rekeningrijden’) zijn gangbare alternatieven geworden. 

– Consumenten vinden het belangrijk dat ze kennisnemen van verschillende perspectieven en kiezen daarom voor een breed scala aan (nieuws)bronnen. 

– Ook de lokale journalistiek is vitaal. Politiek is er draagvlak voor serieuze subsidie (vanuit het oogpunt van controle van de macht), tegelijkertijd is door het breken van de macht van de platforms het mogelijk om eigen inkomsten te genereren. 

Kan de sector in 2035 mensen met de juiste competenties aan zich binden?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– De sector staat onder druk en het lukt onvoldoende om te concurreren met andere sectoren waarbij dezelfde competenties gewild zijn. Er is sprake van een braindrain, met name op het gebied van digitale- en datacompetenties.

– Daarnaast verandert het vak: omdat er vooral vraag is naar extreme content, wordt deze ook gemaakt en kiezen steeds meer journalisten vooral voor het vak om stelling te nemen. Dit maakt dat andere competenties relevanter worden dan bijvoorbeeld data kunnen analyseren.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– Het wordt erg moeilijk om mensen met voldoende competenties te vinden om onafhankelijke journalistiek goed te bedrijven omdat er hier vanuit andere sectoren hard aan getrokken wordt en de arbeidsvoorwaarden daar beter zijn.
 
– Een totale braindrain wordt echter voorkomen omdat de journalistiek wel gewaardeerd wordt en jonge journalisten vaak intrinsiek gemotiveerd zijn.

– Daarnaast wordt de samenwerking gezocht met burgercollectieven op grote dossiers met maatschappelijke impact.

– De sector biedt kansen voor journalisten die de commercie omarmen en met een goed gevoel voor inhoud en marketing hun branded content produceren op een wijze die de platformen veel omzet oplevert. Hiermee vervaagt de grens tussen journalisten en influencers nog verder.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Onvoldoende. De sector is ingrijpend veranderd. In het mainstreamgedeelte is de kwaliteit van de journalistiek aanmerkelijk lager dan nu en is er bijvoorbeeld nauwelijks sprake van onderzoeksjournalistiek.

– In de subculturen is geen behoefte aan journalisten met de competenties om onafhankelijke journalistiek te bedrijven en aan waarheidsvinding te doen. Elke subgroep heeft een paar invloedrijke journalisten die vooral heel goed kunnen inschatten wat de subgroep wil horen.
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Het beroep van journalist heeft aanzien en de sector is in basis gezond. Er is daardoor meer ruimte dan nu om journalisten goede arbeidsvoorwaarden te bieden en dit voorkomt een braindrain.

– Daarnaast wordt de samenwerking gezocht met burgercollectieven op grote dossiers met maatschappelijke impact.

Bepaalt big-tech het speelveld in het publieke debat?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– De platformen bepalen met hun algoritmes en moderatie wat wel en niet betamelijk is in het maatschappelijk debat. Deze grenzen worden voornamelijk bepaald door commerciële belangen en deels door de ‘merk positionering’ van het individuele platform (bijvoorbeeld Facebook strenger dan Parler). De grenzen worden over het algemeen ruim gehouden.

– De gebruikte algoritmes zijn ontworpen met het doel om aandacht vast te houden (engagement). Het ontwerp is ondoorzichtig, net als de maatschappelijke en politieke impact ervan.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– De platformen bepalen met hun algoritmes en moderatie wat wel en niet betamelijk is in het maatschappelijk debat. Deze grenzen worden voornamelijk bepaald door commerciële belangen en deels door de ‘merk positionering’ van het individuele platform (bijvoorbeeld Facebook strenger dan Parler). De grenzen worden over het algemeen vrij smal gehouden.

– Een deel van de technologiebedrijven en platforms doet op aandringen van burgers (in reactie op datamisbruik schandalen) aan zelfregulering. Al is het voor wie beter kijkt duidelijk dat dit vooral ‘windowdressing’ is. Achter deze façade wordt data nog volop verzameld, gebruikt en verhandeld.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Een stabiele coalitie van ideologisch uiteenlopende groepen heeft algemene regulering van techbedrijven en het waarborgen van privacy afgedwongen.

– De wet- en regelgeving is op hoofdlijnen, maar stelt wel grenzen aan de meest extreme vormen van datamining en bevat minimale eisen om de verspreiding van mis- en desinformatie te beperken.

– De gebruikte algoritmes worden door burgercollectieven ‘geaudit’ op hun biases ten aanzien van de verschillende subgroepen, waarna de techbedrijven worden opgeroepen om ongewenste maatschappelijke effecten te corrigeren.

– De overheid stelt daarnaast enige grenzen aan wat wel en niet betamelijk is in het maatschappelijke debat (vanuit een smal gedefinieerd schadebeginsel).
Big tech werkt hieraan mee omdat het in een versplinterde markt de grootst mogelijke massa tevreden wil stellen en om te verzekeren dat de regels ook opgelegd worden aan nieuwe toetreders/concurrenten.
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Het merendeel van de samenleving wil grip krijgen op de effecten van technologie op de samenleving en zet de overheid aan om met big tech tot wet- en regelgeving te komen vanuit ‘het algemeen belang’.

– De wet- en regelgeving stelt scherpe grenzen aan datamining, microtargeting en bevat verregaande eisen om de verspreiding van mis- en desinformatie te beperken. 

– De gebruikte algoritmes worden door burgercollectieven ‘geaudit’ op hun biases ten aanzien van de verschillende subgroepen, waarna de techbedrijven worden opgeroepen om ongewenste maatschappelijke effecten te corrigeren.

-De overheid stelt daarnaast scherpe grenzen aan wat wel en niet betamelijk is in het maatschappelijke debat (vanuit een ruim gedefinieerd schadebeginsel) en eist van de platformen dat zij toezien op de naleving.

Slaagt de journalistiek erin om inclusief te worden en te zorgen dat iedereen zich gerepresenteerd voelt?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– Representatie en inclusie is een verregaand gepolitiseerde discussie geworden. Sommige subgroepen omarmen diversiteit, zijn waakzaam voor representatie en hanteren strenge normen ten aanzien van inclusie. Andere subgroepen streven een dominante cultuur na waar ieder lid van de groep zich naar dient te schikken.

– Ditzelfde zien we ook in de media terug. Er wordt in dit scenario niet meer van de media verwacht dat men zorgt dat iedereen zich gerepresenteerd voelt. Media zijn ofwel radicaal inclusief, ofwel radicaal traditioneel.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– Een meer mondige generatie – voor wie diversiteit een grotere vanzelfsprekendheid is – heeft op veel plekken sleutelposities overgenomen en heeft van daaruit werk gemaakt van representatie en inclusie. Maar dit kan sterk wisselen per sector en is nog lang niet overal de norm.

– Traditionele media blijken gedeeltelijk in staat om gehoor te geven aan de steeds mondigere generatie die een ‘plek aan de tafel’ opeist. De redactievloeren van de traditionele media verkleuren, maar dit leidt niet altijd tot daadwerkelijke meerstemmigheid.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Representatie en inclusie is een verregaand gepolitiseerde discussie geworden. Sommige subgroepen omarmen diversiteit, zijn waakzaam voor representatie en hanteren strenge normen ten aanzien van inclusie. Andere subgroepen streven een dominante cultuur na waar ieder lid van de groep zich naar dient te schikken.

– Tegelijkertijd realiseert men zich dat diversiteit in het dagelijks leven een gegeven is. Men gaat in het openbare leven confrontaties uit de weg.
De paar mainstream media die in dit scenario overblijven streven er naar een afspiegeling van de maatschappij te zijn omdat de overheid dit als randvoorwaarde stelt voor de subsidiering.
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Een meer mondige generatie – voor wie diversiteit een grotere vanzelfsprekendheid is – heeft in de breedte op de belangrijke plekken sleutelposities overgenomen en heeft van daaruit werk gemaakt van representatie en inclusie.

– Ook de redactievloeren van de traditionele media verkleuren, en dit leidt ook tot daadwerkelijke meerstemmigheid; een heterogene groep draait aan de knopen. Hierdoor groeit het vertrouwen in de journalistiek bij groepen die zich voorheen niet vertegenwoordigd voelden.

Hoe werken intergenerationele verschillen door in consumentengedrag?

Extremes
Ongereguleerd & wantrouwen
– Het consumentenpatroon van digital natives wordt de norm: snel informatie tot zich nemen, grotendeels in compacte brokken, via verschillende kanalen en smart devices. Daarbij staan consumenten open voor nieuwe technologieën zoals augmented en virtual reality en interactieve vertelvormen.

– Een slinkende groep ouderen is minder digitaal vaardig en wil of kan niet mee in dit patroon. Zij hebben grote moeite met het verdwijnen van mainstream nieuwsmedia zoals we deze nu kennen. 

– Overgeleverd zijn aan big tech is met name voor jongeren een gegeven, ze kunnen zich niet anders voorstellen en delen hun data omdat dit er nu eenmaal bij hoort. De bereidheid om te betalen voor content blijft beperkt.

– De verschillende belangen van de generaties zorgen voor spanningen en dat heeft ook gevolgen voor het journalistieke veld. Jongeren en ouderen hebben ieder hun eigen mediakanalen. De kanalen die zich hierbij op ouderen richten kiezen voor traditionelere verspreidings- en vertelvormen. Zij zijn grotendeels gefinancierd door kapitaalkrachtige investeerders die zelf op leeftijd zijn en worden ook als lobbyinstrument gebruikt om de belangen van ouderen te bepleiten.
Money
Ongereguleerd & vertrouwen
– Het consumentenpatroon van digital natives wordt geleidelijk de norm: snel informatie tot zich nemen, grotendeels in compacte brokken, via verschillende kanalen en smart devices. Daarbij staan consumenten open voor nieuwe technologieën zoals augmented en virtual reality en interactieve vertelvormen.

– Met name de brede mainstream media houden bij het aanbieden van hun content ook rekening met een slinkende groep ouderen die minder digitaal vaardig is en kiest voor hen voor traditionele verspreidings- en vertelvormen.

– Overgeleverd zijn aan big tech is met name voor jongeren een gegeven, ze kunnen zich niet anders voorstellen en delen hun data omdat dit er nu eenmaal bij hoort. De bereidheid om te betalen voor content blijft beperkt.

– De verschillende belangen van de generaties leiden niet tot escalatie omdat men met elkaar in gesprek blijft en kennisneemt van het perspectief van de ander. Jongeren en ouderen gebruiken deels dezelfde nieuwsbronnen en de journalistiek speelt een belangrijke rol in het voeden van een constructieve dialoog tussen de generaties.
Bubbles
Gereguleerd & wantrouwen
– Het consumentenpatroon van digital natives wordt de norm: snel informatie tot zich nemen, grotendeels in compacte brokken, via verschillende kanalen en smart devices. Daarbij staan consumenten open voor nieuwe technologieën zoals augmented en virtual reality en interactieve vertelvormen.

– Een slinkende groep ouderen is minder digitaal vaardig en wil of kan niet mee in dit patroon. Zij volgen vooral de mainstream nieuwsmedia die braaf binnen de lijntjes kleuren. De echte discussies en de polarisatie in de subgroepen gaat grotendeels langs hen heen.

– Jong en oud zijn zich bewust geworden van het belang van privacy en delen hun data met mate. De bereidheid om te betalen voor online content neemt flink toe.

– De verschillende belangen van de generaties zorgen voor spanningen en dat heeft ook gevolgen voor het journalistieke veld. Jongeren en ouderen behoren tot eigen subgroepen die door hun eigen journalisten bediend worden. In deze subgroepen gaat het vooral om de eigen belangen en is er weinig ruimte voor het perspectief van de ander.
Careful
Gereguleerd & vertrouwen
– Het consumentenpatroon van digital natives wordt geleidelijk de norm: snel informatie tot zich nemen, grotendeels in compacte brokken, via verschillende kanalen en smart devices. Daarbij staan consumenten open voor nieuwe technologieën zoals augmented en virtual reality en interactieve vertelvormen.

– Met name de brede mainstream media houden bij het aanbieden van hun content ook rekening met een slinkende groep ouderen die minder digitaal vaardig is en kiest voor hen voor traditionele verspreidings- en vertelvormen. 

– Jong en oud zijn zich bewust geworden van het belang van privacy en delen hun data met mate. De bereidheid om te betalen voor online content neemt flink toe.

– De verschillende belangen van de generaties leiden niet tot escalatie omdat men met elkaar in gesprek blijft en kennisneemt van het perspectief van de ander. Jongeren en ouderen gebruiken deels dezelfde nieuwsbronnen en de journalistiek speelt een belangrijke rol in het voeden van een constructieve dialoog tussen de generaties.

Scenario-overstijgende opgaven voor de journalistiek

De uitkomsten van de scenariostudie zijn met verschillende experts van binnen en buiten de journalistiek geanalyseerd. Daarbij lag de focus op het identificeren van de scenario-overstijgende opgaven die zich met een horizon van tien tot vijftien jaar aandienen voor de journalistiek. Op basis van deze analyse zijn vijf strategische opgaven geformuleerd.

Uit de vier scenario’s blijkt dat de journalistiek in Nederland in de komende 10-15 jaar met ingrijpende technologische en maatschappelijke veranderingen te maken krijgt. Dit leidt er in alle scenario’s toe dat de huidige kernwaarden van kwaliteitsjournalistiek in meer of mindere mate onder druk komen te staan. De extrapolatie van de zekere en onzekere trends maakt duidelijk dat het denkbaar is dat in 2035 ‘mainstream’ media zo goed als verdwenen zijn, journalisten vooral extreme content maken, commerciële druk op de journalistiek fors toeneemt, of van journalisten wordt verwacht dat zij zich conformeren aan het maatschappelijke discours. Deze ontwikkelingen vormen een groot risico voor zowel de journalistiek als voor de democratie.

De trends die tot deze toekomstbeelden geleid hebben zijn meestal niet direct te beïnvloeden. Er is sprake van een complex internationaal krachtenveld waarin onder andere big tech een belangrijke plek inneemt. Gedreven door commerciële belangen benutten Apple, Amazon, Google, Meta (Facebook) en anderen de toenemende technologische mogelijkheden om in hoog tempo nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Wanneer zij iets aan hun platforms of advertentiealgoritmes veranderen, dan heeft dit direct effect voor journalisten en mediaorganisaties. Wet- en regelgeving die de rol van big tech kan beïnvloeden of inperken wordt veelal op internationaal niveau gemaakt en die molens malen nu eenmaal traag. Daarnaast zien we ook impactvolle trends op nationaal niveau zoals de toenemende verschillen binnen de samenleving en een stijging van geweld en bedreigingen tegen journalisten.

De balans tussen reageren en agenderen

De mediasector heeft de afgelopen decennia blijk gegeven van grote veerkracht. Waar het bij de vorige scenariostudie nog maar de vraag was of mediaorganisaties erin zouden slagen om oude patronen te doorbreken, is inmiddels duidelijk dat onder meer de kanteling van papier naar ‘digital first’ en de uitbreiding van lineaire televisie naar wanneer en waar de consument wil, relatief succesvol zijn volbracht. Journalistieke organisaties zijn, soms met pijn en moeite, wendbaarder geworden. Deze reactieve houding was en blijft nuttig en nodig maar brengt ook risico’s met zich mee. Wanneer de nadruk ligt op het inspelen op actuele veranderingen, ligt er minder focus op het vanuit eigen kracht richting geven aan de (nabije) toekomst. Terwijl dit juist van groot belang is om in het complexe krachtenveld invloed uit te oefenen en om zoveel mogelijk autonomie te behouden. Het is nodig om een nieuwe balans te vinden tussen het snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen en het opereren vanuit een eigen agenda.

Er ligt dus een gezamenlijke opgave voor de sector, de wetenschap en de overheid om juist vanwege het volatiele speelveld vooruit te kijken en met concrete acties te streven naar het borgen van de randvoorwaarden voor een gezonde journalistieke sector in Nederland. Een sector waarin kwalitatief hoogstaande journalistiek bedreven kan (blijven) worden.

Strategische opgaven

Een permanente plek voor gezamenlijke strategievorming
Er gebeurt zoveel tegelijkertijd en de ontwikkelingen binnen en buiten de journalistiek gaan zo snel dat er een permanente plek nodig is waar de sector (bedrijven en journalisten), wetenschap en de overheid gezamenlijk de ontwikkelingen laten monitoren en duiden, om vervolgens op basis hiervan te bepalen welke strategische keuzes en concrete acties dit vraagt. Deze plek moet een uitvalsbasis worden, waar het lukt om uit de waan van de dag en over tegengestelde kortetermijnbelangen heen te stappen en als journalistieke organisaties, onderwijsinstellingen en overheden een gezamenlijke agenda neer te zetten om invloed uit te oefenen op de toekomst van de journalistiek in Nederland.

Mis- en desinformatie
De toename van mis- en desinformatie is een zekere trend en vormt een directe bedreiging voor onze rechtsstaat. Mis- en desinformatie dragen bij aan een samenleving waarin er geen gezamenlijke set van feiten is op basis waarvan het maatschappelijke debat gevoerd kan worden. Het tast het vertrouwen in informatie en journalistiek aan en draagt bij aan polarisatie. Dit vraagt enerzijds om een internationale aanpak door overheden en big tech om verspreiding zoveel mogelijk tegen te gaan. Anderzijds is er veel te winnen aan de kant van de ontvanger van de informatie: burgers die snel schakelen tussen berichten van journalisten, influencers of anonieme posts op een social media platform. Dit vraagt om forse investeringen in onderwijs (substantieel meer aandacht voor mediawijsheid) en voorlichting om burgers weerbaarder te maken en om hen in staat te stellen om zelf het kaf van het koren te scheiden.

Representatie en inclusie
Een meer diverse en mondige generatie geeft aan inclusie en representatie te verwachten van ‘traditionele’ media. Tegelijkertijd neemt de diversiteit binnen de samenleving toe, en behoort op steeds meer plekken de meerderheid van de mensen tot een van de minderheidsgroepen. Wanneer journalistieke organisaties er niet in slagen om diverser en inclusiever te worden (zowel op de redactievloeren als qua doelgroep), verkleinen zij hierdoor zelf geleidelijk de omvang van de groep die ze aanspreken en aan zich weten te binden. Voor kleinere nicheorganisaties kan het een strategische keuze zijn om zich op een kleine(re) specifieke groep te richten. Voor de bredere traditionele media en de (lokale) publieke omroep is dit geen optie.

Borgen van betrouwbaarheid en kwaliteit van de journalistiek
Ook in Nederland groeit het aantal burgers dat aangeeft de journalistiek te wantrouwen en deze groep wordt steeds vocaler. Ondertussen vindt er een verschuiving plaats: digital natives geven aan dat zij van journalisten verwachten dat zij zich bewust zijn van hun eigen perspectief en vooroordelen en hier transparant over zijn. Dit vinden zij belangrijker dan het streven naar objectieve berichtgeving omdat dit in hun ogen een utopie is. Deze twee ontwikkelingen dragen bij aan het eroderen dan wel het geleidelijk verschuiven van de kernwaarden van de journalistiek en daarom vragen ze om proactief handelen. Het is nodig om de maatstaven voor wat kwaliteitsjournalistiek is periodiek te herijken en er is behoefte aan een manier om aan de hand van deze maatstaven te kunnen bepalen en zichtbaar te maken wat wel en geen kwaliteitsjournalistiek is. Het risico bestaat dat Twitter-vinkjes of de interne criteria van Facebook dit in de praktijk gaan doen. In plaats hiervan zou kunnen worden bekeken of dit bij een onafhankelijke autoriteit kan worden neergelegd, bijvoorbeeld in de vorm van een veel stevigere en qua opzet herziene raad voor de journalistiek.

Borgen van fatsoenlijke verdienmodellen voor (zelfstandige) journalisten en mediaorganisaties
De afgelopen 15 jaar heeft het werken met zzp-ers binnen de journalistiek een grote vlucht genomen. De tarieven voor de zzp-ers zijn over het algemeen laag en zijn (als rekening wordt gehouden met inflatie) zelfs dalende. Individuele journalisten worden zo gedwongen om op veel verschillende manieren journalistieke producties te maken en om dezelfde content in veel verschillende vormen te gieten en aan te bieden. Gevolg hiervan is dat de relatie tussen journalistieke titels en individuele journalisten bepaald wordt door kortdurende wederzijdse instrumentele afhankelijkheid en dat jonge journalisten kampen met een grote bestaansonzekerheid. Dit is niet wenselijk in een tijd waarin kwaliteitsjournalistiek juist om steeds meer competenties vraagt die ook in andere sectoren veelgevraagd zijn. Om een brain drain in de journalistiek te voorkomen en voor de sector juist meer talent aan te trekken is het nodig om te zorgen voor betere arbeidsvoorwaarden: meer vaste contracten en hogere tarieven voor zelfstandige contentmakers. Om dit te kunnen bieden moeten de mediaorganisaties voldoende vet op de botten hebben om bestand te zijn tegen de fluctuaties qua omzet en advertentie-inkomsten. Daarbij ligt er een rol voor de overheid om enerzijds in te zetten op het doelmatig subsidiëren van kwaliteitsjournalistiek op een wijze die zo direct mogelijk ten goede komt aan de makers van content en anderzijds om zorgt te dragen voor wet- en regelgeving die ervoor zorgt dat de onderhandelingspositie van de mediabedrijven ten aanzien van big tech verbetert. Zodat merken beter betaald krijgen voor hun content, niet al hun data hoeven af te staan en een groter deel van advertentieopbrengsten uitbetaald krijgen.